Wintersnoei voor het nieuwe jaar

Weer een jaar voorbij en we zitten nog steeds met beperkingen en lockdowns. Je zou er moedeloos van worden. Gelukkig is het weer tot op heden mild (al betekent dat waarschijnlijk weer geen witte kerst). Maar je kunt nu prima de frisse, gezonde buitenlucht in om actief bezig te zijn. Kies een vorstvrije, droge dag om je uit te leven met de wintersnoei van een paar struiken en bomen. Daar word je vanzelf warm, fit en ontspannen van!

Wanneer snoei je wat wel en wanneer niet?

De gouden regel bij snoeien is dat je kijkt naar de bloeitijd van een struik. Bloeit deze vóór de langste dag (21 juni), dan snoei je deze struik niet in de winter, want dan zijn er al bloemknoppen gevormd. Dat geldt bijvoorbeeld voor de boerenhortensia, rododendron, brem en sering. Struiken die later in het jaar bloeien kunnen wel in de winter gesnoeid worden. Knip of zaag bijvoorbeeld de doorgeschoten, lange takken van rozen, struikmalva's (Lavatera) en vlinderstruiken voor een derde deel af. In maart kun je deze dan nog een keer echt flink terug snoeien.

Bij bepaalde struiken en bomen moet je oppassen dat de sapstroom niet al op gang is gekomen, waardoor ze gaan ‘bloeden’ en verzwakken als je ze nu zou snoeien. Dat geldt onder andere voor de zogeheten ‘ABC-bomen': Acer (esdoorn), Betula (berk) en Carpinus (haagbeuk). Deze snoei je dus niet in de winter, maar alleen als ze blad dragen.

Welke struiken en bomen kun je in de winter snoeien?

  • Knotbomen, zoals wilgen. Dit hoeft niet ieder jaar, maar een keer in de 3, 4 jaar is raadzaam. Je kort zowel dikke als dunne takken in tot op de 'knot'. Dikke takken zaag je het best eerst tot zo'n 20 centimeter boven de knot af, omdat deze erg zwaar zijn en anders tot in de knot kunnen afscheuren tijdens het zaagwerk. De overgebleven 20 centimeter kun je vervolgens makkelijker, zonder risico op scheuren, afzagen.
  • Dak-, lei- en parasolbomen, zoals catalpa en bolacacia. Deze houd je in vorm door de jonge, meestal verticaal opgroeiende zijtakken tot circa 5 centimeter van de hoofdtak af te knippen.
  • Rode, witte en zwarte bessenstruiken kun je verjongen door oude hoofdtakken ('gesteltakken') terug te snoeien tot een lager gelegen jonge scheut. Snoei lage takken die op de grond hangen weg, net zoals grondscheuten die niet ter vervanging van een oude gestel- of hoofdtak dienen. Snoei ook takken die elkaar kruisen en die naar binnen groeien weg. Kort jonge scheuten in.
  • Blauweregen (Wisteria). Tot eind januari kun je alle zijtakken tot op circa 30 centimeter van de hoofdtak terug knippen. Na de bloei snoei je deze mooie klimmer nog een keer.
  • Druif (Vitis). Snoei deze liefst wel nog vóór de kerst en niet later in de winter en zeker niet in het voorjaar, omdat de klimmer dan bloedende snoeiwonden krijgt. Snoei alle zijtakken terug tot op 2 of 3 'ogen' (verdikkingen) van de hoofdtak.
  • Een kiwi snoei je twee keer per jaar. In december kijk je goed naar wat de oude hoofdtakken en wat de zijscheuten zijn. De hoofdtakken kun je leiden en aanbinden. Snoei de zijscheuten terug tot op 6 ogen van de hoofdtak.

Wintersnoeitips

  • Snoei niet als het vriest
  • Gebruik een scherpe en schone takken- of snoeischaar en/of zaag om rafelige wonden of infecties te voorkomen
  • Hergebruik snoeihout (met uitzondering van zieke takken)! Je kunt stevige, rechte takken komende zomer gebruiken als rijshout om vaste planten mee te ondersteunen. Versnipper gesnoeide takken om er een mulchlaag voor in de border of een pad van houtsnippers mee te maken of aan te vullen. Gebruik kleinere takken voor de renovatie of bouw van een insectenhotel. Bouw van alle takken een 'takkenril'; zo'n stapel of muurtje van takken biedt bescherming en voedsel aan insecten, kleine zoogdieren en vogels. Of maak er meteen stekken van door ze op een beschutte plek in de volle grond of in een diepe pot met een mix van aarde en zand te steken.